landschap hoofding 1

Waar zoekt u naar?

Veilig op stap

Veilig op stap

Veilig op stap - te voet of per fiets, alleen of in groep

Het Vias institute (tot voor kort het BIVV, Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid) bracht een folder uit de voornaamste verkeersregels voor voetgangers en fietsers, alleen of in groep (al dan niet vergezeld van een leider of wegkapitein), bevat. De volledige folder is online beschikbaar (zie verder) en bevat naast de regels ook tips. Hieronder vind je alvast enkele belangrijke regels die uiteraard zeer interessant zijn voor wandel- en fietsclubs … maar zeer zeker ook voor de individuele wandelaar, jogger, fietser …

VOETGANGERS ALLEEN (of in groep zonder leider)

Waar stappen?

  • Gebruik eerst en vooral de begaanbare trottoirs, de delen van de openbare weg die voor jou zijn voorbehouden door de verkeersborden D9 of D10, of de begaanbare verhoogde bermen.
  • Bij gebrek daaraan gebruik je de begaanbare gelijkgrondse bermen.
  • Zijn deze niet aanwezig, dan mag je de andere delen van de openbare weg gebruiken (parkeerzones, fietspaden,...). Opgelet: als je op het fietspad loopt moet je voorrang verlenen aan fietsers en bromfietsers. Als je op de rijbaan loopt, moet je zo dicht mogelijk bij de linkerrand ervan blijven (in jouw staprichting).
  • Autosnelwegen en autowegen zijn verboden terrein voor voetgangers.
verkeersbord D9a D9       Verkeersbord D10 D10

Hoe oversteken?

Als er geen oversteekplaats voor voetgangers is:

  • Kies een plek uit waar je goed ziet én goed gezien wordt: steek niet over in een bocht, noch op de top van een helling, onder een brug of tussen geparkeerde voertuigen.
  • Kijk naar alle kanten vanwaar er verkeer kan aankomen.
  • Steek voorzichtig over en hou rekening met de naderende voertuigen. Als jullie met meerdere personen zijn, dan mogen de andere weggebruikers niet door jullie groep breken als deze op reglementaire wijze begonnen is met het oversteken van de rijbaan.
  • Ben je in groep en nadert er verkeer zonder dat de groep in één keer kan oversteken, dan moeten degenen die nog moeten oversteken, wachten.
  • Midden op de rijbaan blijven wachten tot een voertuig is voorbijgereden, is helemaal uit den boze.
  • Steek de rijbaan altijd loodrecht over (nooit schuin), zonder te slenteren, te hollen of te stoppen.

Op oversteekplaatsen voor voetgangers zonder bevoegd persoon of verkeerslichten:

  • De bestuurders mogen de oversteekplaats slechts met matige snelheid naderen; ze moeten voorrang verlenen aan 5 de voetgangers die zich op het zebrapad bevinden of op het punt staan zich erop te begeven. Steek voorzichtig over en hou rekening met de naderende voertuigen.
  • Op oversteekplaatsen voor voetgangers zonder bevoegd persoon of verkeerslichten hebben trams altijd voorrang.

OPGELET: is er op minder dan ongeveer 20 meter (vroeger was dit 30 meter) een oversteekplaats voor voetgangers, dan moet je die gebruiken.

Op oversteekplaatsen voor voetgangers met verkeerslichten:

  • Let goed op dat er geen bestuurders zijn die door het rode licht proberen te rijden of die afslaan naar de weg die jij moet oversteken. Als het voetgangerslicht op rood springt terwijl jij aan het oversteken bent, dan mag je op een normale wijze verder oversteken. Wie zich op dat moment echter nog op het trottoir bevindt, mag niet meer oversteken (zelfs als je in groep bent).

Op oversteekplaatsen voor voetgangers met een bevoegd persoon:

  • Je mag slechts oversteken wanneer de agent het toelaat.

FIETSERS ALLEEN

Waar rijden?

  • Je moet de berijdbare fietspaden gebruiken; het fietspad wordt aangeduid door:
    • twee evenwijdige witte onderbroken strepen: je moet het fietspad volgen dat rechts in je rijrichting ligt;
    • verkeersborden D7 of D9: je moet het fietspad volgen in de richting aangeduid door het verkeersbord. Tweerichtingsfietspaden moet je soms links in je rijrichting volgen; let in dat geval extra op bij kruispunten: autobestuurders verwachten niet steeds fietsers die uit de andere richting komen.
  • Als een deel van de openbare weg aangeduid is door het verkeersbord D10, moet je dat volgen. In dat geval mag je de voetgangers die er zich bevinden niet in gevaar brengen.
  • Bij gebrek aan fietspaden mag je de parkeerzones en gelijkgrondse bermen rechts in je rijrichting gebruiken, op voorwaarde dat je voorrang verleent aan de weggebruikers die er zich bevinden. Buiten de bebouwde kom mag je ook de trottoirs en verhoogde bermen gebruiken (met hetzelfde voorbehoud).
  • Bij gebrek aan andere oplossingen moet je op de rijbaan fietsen, zo dicht mogelijk bij de rechterrand ervan (let echter op voor autodeuren en rioolroosters). Je mag met twee naast elkaar rijden behalve wanneer:
    • het kruisen met een tegenligger onmogelijk is (binnen en buiten de bebouwde kom), of
    • er achteropkomend verkeer in aantocht is (buiten de bebouwde kom).
  • Op rotondes hoef je niet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan te rijden, behalve als een gedeelte van de openbare weg voor jou is voorbehouden (fietspad).
  • Autosnelwegen en autowegen zijn verboden terrein voor fietsers.
  • In een fietsstraat mag je de ganse breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze opengesteld is in jouw rijrichting, en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen.

FIETSERS IN GROEP

Twee mogelijkheden:

  • De groep volgt dezelfde regels als de individuele fietser.
  • De groep volgt de regels die gelden voor fietsers in groep (op voorwaarde dat de groep bestaat uit ten minste 15 fietsers). Als groep heb je meer mogelijkheden maar moet je ook bepaalde verplichtingen naleven.

Waar en hoe rijden?

(Als de groep ervoor kiest om de regels voor fietsers in groep te volgen).

  • Gebruik van de fietspaden is niet verplicht.
  • Met twee naast elkaar rijden op de rijbaan mag altijd, op voorwaarde dat je gegroepeerd blijft.
  • Op een rijbaan zonder rijstroken mag je niet meer dan de breedte van één rijstrook innemen (ongeveer 3 meter), en in geen geval meer dan de helft van de rijbaan;
  • Op een rijbaan met rijstroken mag je alleen de rechter rijstrook gebruiken.

Wegkapiteins en begeleidende auto’s

(Als de groep ervoor kiest om de regels voor fietsers in groep te volgen).

  • Van 15 tot 50 fietsers:
    • Minstens 2 wegkapiteins toegelaten.
    • 1 of 2 begeleidende auto’s toegelaten.
  • Van 51 tot 150 fietsers:
    • Minstens 2 wegkapiteins verplicht.
    • 2 begeleidende auto’s verplicht.
    • De wegkapiteins moeten ten minste 21 jaar oud zijn en om de linkerarm een band dragen met de nationale driekleur en het woord “wegkapitein”.
    • Op kruispunten zonder verkeerslichten kunnen zij het verkeer stilleggen door middel van een schijf met de afbeelding van het verkeersbord C3, en aanwijzingen geven aan de andere weggebruikers.
    • De begeleidende auto’s moeten de groep op ongeveer 30 meter voorafgaan of volgen; als er slechts één auto is moet deze volgen.
    • De begeleidende auto’s moeten op het dak een speciaal bord voeren dat goed zichtbaar moet zijn voor het tegemoetkomende en achteropkomende verkeer.
Verkeersbord C3 C3       Verkeersbord A51 fiets  

 

Bron: Vias Institute, Haachtsesteenweg 1405 - 1130 Brussel, 02 244 15 11, www.vias.be

Interessante links:

Contacteer: